Mater Dei Leuven

Jan Peirelinck maakt kunstwerk ter gelegenheid van 50 jaar Mater Dei-instituut Leuven

Dit schooljaar (2001-2002) is het vijftig jaar geleden dat de toenmalige ‘Lagere Cyclus’ van het Mater Dei-instituut te Leuven werd gehomologeerd. Daardoor kreeg het onderwijs dat de Zusters van Liefde sinds de 18de eeuw rond het Sint-Jacobsplein organiseerden een ‘officieel’ karakter. De school viert haar halve eeuwfeest op zaterdag 20 april met een eucharistieviering, een academische zitting en een receptie. Hoogtepunt wordt de inhuldiging van ‘Adolescentie’, een kunstwerk dat door de Diestse beeldhouwer Jan Peirelinck werd gemaakt en dat een plaats krijgt in de inkomhal van de school.
 
In 1794 stichtte pastoor Van Cauwenberghe de Congregatie van de Zusters van Liefde. Al snel daarna openden ze een school om onderwijs te verstrekken aan de arme kinderen van de parochie. De zusters organiseren sindsdien permanent onderwijs op het Sint-Jacobsplein.
De eigenlijke start van het Mater Dei-instituut situeert zich in het schooljaar 1951-1952, toen de toenmalige lagere cyclus werd gehomologeerd. Het Mater Dei-instituut groeide verder uit tot een zesjarige meisjesschool met afdelingen van de Moderne Humaniora: Wetenschappelijke A en Economische. De Congregatie van de Zusters van Liefde was eigenares van de gebouwen en de Inrichtende Macht van de school.
Aan de school was tot in 1979 ook een internaat verbonden.
Met de start van het Vernieuwd Secundair Onderwijs op 1 september 1982 werd het studieaanbod uitgebreid met Klassieke Talen. De opties ‘Klassieke Studiën’ in het eerste leerjaar van de eerste graad en ‘Latijn’ in het tweede leerjaar van de eerste graad vormen de basis voor de studierichtingen met Latijn in de tweede en de derde graad. Daarnaast bleven de niet-klassieke richtingen bestaan.
Op 1 september 1984 werd de eerste graad afgesplitst. Hij maakt deel uit van de Mariamiddenschool. Deze situatie is echter louter administratief. In de praktijk vormen de drie graden op de vestigingsplaats ‘Mater Dei’ één pedagogisch geheel.
Deze structuur én het A.S.O.-studieaanbod van de school bleven ook bestaan na de invoering van de “eenheidsstructuur” op 1 september 1989.
Op 1 september 1995 werd het gemengd onderwijs progressief ingevoerd.
Het Mater Dei-instituut kende in zijn vijftigjarig bestaan drie directies. Bij de start stond Zuster Liguori Putzeys aan het hoofd van de school. Zij werd in 1968 opgevolgd door Zuster Roza De Preter, die directrice bleef tot in 1996, toen ze werd opgevolgd door Rudi Vandessel.
Adolescentie
De idee om ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de school een kunstwerk te laten maken kwam van directeur Vandessel: “Bij een viering hoort immers een geschenk. Omdat het kunstwerk kon gefinancierd worden door de bijdragen van sponsors en sympathisanten is het a.h.w. een geschenk van de school voor de school.”

Voor de uitvoering ervan wendde hij zich tot Jan Peirelinck uit Molenstede (Diest), die sinds 1988 als zelfstandig beeldhouwer werkt. Ruim dertig beelden hebben reeds zijn atelier verlaten. Een greep eruit bewijst tegelijk de grote verscheidenheid ervan: Seizoenarbeider Rillaar (1988), Begga Begijnendijk (1988), Twee laatste begijnen Diest (1990), Kamiel Huysmans Bilzen (1994), Gaston Geens (1996), Luc Van den Brande (2000), tuinbeeld Vrouw met kat (2001), …  Momenteel werkt Peirelinck aan een portret van Vlaams Minister-president De Wael.
“Toen ik de vraag kreeg om in het kader van 50 jaar Mater Dei-instituut een kunstwerk te maken, heb ik wel enkele nachten wakker gelegen,” bekent Peirelinck. “Hoe maak je immers een kunstwerk voor een school, zonder belerend of oubollig over te komen?”
Adolescentie is in menig opzicht een modern kunstwerk: geen klassiek beeldhouwwerk, maar een moderne creatie die jongeren inspireert en uitnodigt om er deel van uit te maken.
Innoverend is de combinatie van materialen en technieken waarmee het kunstwerk tot stand is gekomen.
In het blauwe metalen gedeelte zijn de letters en de figuur computergestuurd uitgesneden; mooi is het contrast met de vier bronskleurige panelen, die volgens de klassieke techniek tot stand gekomen zijn: ze zijn gegoten in polyester door middel van negatieven. Het derde onderdeel van het werk bestaat uit grote computerprints.
Hoewel de viering van de school de aanleiding was tot het kunstwerk, staat niet de school, maar wel de jongere, de leerling, in het werk centraal. “Niet toevallig in een school waar elke leerling een centrale plaats bekleedt,” aldus Vandessel. “Het is immers onze taak hen te vormen en te begeleiden in hun groei naar volwassenheid.”  
De enige link naar de historiek is de naam ‘Mater Dei’ en het silhouet van de Mariafiguur, de moeder van de Congregatie die aan de basis lag van de school.
Dominerend op het voorste gedeelte van het kunstwerk zijn de silhouetten van twee leerlingen, die uitgespaard werden in de ijzeren plaat: een twaalfjarige jongen en een achttienjarig meisje. Zij staan centraal in het werk. De twee uitsparingen nodigen uit om doorheen het kunstwerk te lopen, om de weg af te leggen van twaalf naar achttien jaar, de weg die elke leerling tijdens zijn verblijf op school in zijn groei naar adolescentie en volwassenheid aflegt.
Daardoor wordt het kunstwerk zelfs interactief. In de meer dan honderd foto’s waarmee de doorgang bekleed is vindt elke jongere wel een herkenbare situatie terug uit zijn leven buiten de school (gezin, ontspanning,…). Anderzijds wordt hij via de foto’s geconfronteerd met tal van werksituaties waarmee hij in de toekomst zal te maken krijgen.
De vier driedimensionale panelen tonen symbolen die de jongeren van vandaag kenmerken: de rugzak mét GSM en colafles, een computerklavier en –muis, CD’s en CD-roms. Ook hier is er een bewuste verwijzing naar de traditie: bij de attributen van de leerling krijgen ook boeken een plaats. “Niet toevallig,” verduidelijkt Peirelinck, “want ook in een multimediale samenleving zijn boeken niet uit het onderricht weg te denken.”
De inhuldiging van Adolescentie maakt deel uit van de viering op zaterdag 20 april 2002. Die start om 10.30 u met een eucharistieviering en een academische zitting in de Sint-Jacobskerk aan de Goudsbloemstraat te Leuven. Om 12.30 u heeft in de school een receptie plaats.
Inschrijven kan nog telefonisch op nummer 016 22 62 77.

Aan alle leden van de lokale pers
Leuven, 2 april 2002
50 jaar Mater Dei-Instituut Leuven

Geachte,
op zaterdag 20 april 2002 viert het Mater Dei-instituut te Leuven zijn vijftigjarig bestaan. Bij die gelegenheid zal een kunstwerk ingehuldigd worden van beeldhouwer Jan Peirelinck uit Molenstede (Diest).
Als bijlage vindt u een uitnodiging voor deze viering en een perstekst met een korte historiek van de school en de nodige achtergrond bij het kunstwerk.
Mogen we u vragen daaraan de nodige aandacht te besteden in uw medium.
Indien u de tekst zou willen illustreren met een foto van het kunstwerk – wat we ten zeerste op prijs zouden stellen – kan u terecht in de school op dinsdag 16 april tussen 19.00 u en 20.00 u. De directeur en de kunstenaar zullen dan aanwezig zijn.
Indien u op dit voorstel ingaat, zouden we het fijn vinden dat u vooraf verwittigt:  0475 56 82 65 of  .
Met dank bij voorbaat en vriendelijke groeten,
R. Vandessel
directeur

  • datum: april 2002
  • opdrachtgever: Rudi Van Dessel - directeur Mater Dei
  • materiaal: Staal - geprinte plaat - kunsthars - verlichting
  • afmetingen: 225 cm x 320 cm
  • locatie: Mater Dei -Sint Jacobsplein Leuven